Een gemeente heeft ernstig bezwaar tegen het gebruik van de inspraak en bezwaarmogelijkheden van de burger. De inspraak zou grote vertragingen opleveren voor de noodzakelijke nieuwbouw in het centrum van Den Haag (zie krantenartikel 1)

Door het rijk is in 1994 een aanwijzing tot beschermd stadsgezicht gegeven met daar regels voor de maximale bebouwingshoogten en gevelrooilijnen. Private partners van de gemeente hebben vaak belangen om deze afspraken te overschrijden. De gemeente zou hier slechts als regelgever en handhaver moeten optreden, maar andere niet zichtbare belangen maakt de gemeente afhankelijk van deze partners (meestal grote ondernemingen) waardoor duimendik het financiële en prestige belang van de gemeente zichtbaar wordt in haar feitelijk optreden. De kritische burger probeert slechts de gemeente aan haar eigen regels en afspraken te houden en omdat de gemeente dit lastig vindt loopt dit uit op procedures. Hier heeft de gemeente dan weer last van en begint te trappen tegen de inspraak en bezwaarmogelijkheden en zegt dat dit maar een klein groepje burgers betreft. (zie krantenartikel 2) Uiteraard is niet elke burger van deze ingewikkelde materie op de hoogte, maar de enkele die het wel bestuderen en daarna actie ondernemen zou de gemeente op handen moeten dragen ipv deze te bestrijden.

 

Als zij dit niet zouden doen is er geen enkele controle meer over de ontwikkelingen in de stad en is dictatuur een feit. Een gemeenteraad zou eigenlijk deze controle moeten uitoefenen, maar door de afspraken en belangen die de meerderheid van de raad met het college heeft is die controle vaak een schertsvertoning.

De second opinion die de rechter dan over de zaak geeft corrigeert het stadsbestuur en verstevigt het democratische fundament.

Belangenverstrengeling wordt op deze manier moeilijker doch niet onmogelijk.

De rechter baseert zijn oordeel vaak op rapporten, studies en adviezen van organen en derde partijen. De gemeente beïnvloedt vaak deze organen door op andere door hen gewenste punten concessies te doen.

Zelfs “onafhankelijke” adviesorganen veranderen hun visie daardoor 180 graden. In de volksmond wordt zo een handelswijze toch vaak met omkoping verward.

Over deze handelswijze kun je als burger dan weer een klacht indienen waardoor er enige correctie kan plaatsvinden. Het is namelijk als onafhankelijke derde niet prettig als ‘deals” boven tafel komen waardoor je onafhankelijkheid in twijfel kan worden getrokken.

Als zij dit niet zouden doen is er geen enkele controle meer over de ontwikkelingen in de stad en is dictatuur een feit. Een gemeenteraad zou eigenlijk deze controle moeten uitoefenen, maar door de afspraken en belangen die de meerderheid van de raad met het college heeft is die controle vaak een schertsvertoning.