Pleitnota schorsingverzoek voor kapvergunning

 

De noodzaak om aan te tonen dat, er als er geen schorsing van het besluit komt, de bomen ondanks dat de bezwarenbehandeling nog niet heeft plaatsgevonden, zullen worden gekapt lijkt me niet meer aanwezig gezien de reactie van de BAM met de mededeling te zullen gaan kappen op 29 oktober 2003.

De vergunning is aangevraagd omdat de twee bomen in de weg staan voor de bouw van twee bruggen. Voor deze bruggen is weliswaar een bouwvergunning afgegeven, maar voor het bestemmingsplan (uitwerkingsplan ll) is door de Raad van State de van rechtswege goedkeuring vernietigd voor de bestemming verblijfsgebied (VG) aangegeven op de bijbehorende kaart. Eerst zal onderzoek gedaan moeten worden naar de juiste verkeersafwikkeling vanuit de wijk de Bras en daarna kan het uitwerkingsplan met de eventuele aanpassingen worden vastgesteld. Met dit onderzoek is de gemeente volop bezig (zie ook de stukken die de BAM inbrengt)

Het is geensinds zeker dat de bruggen in deze plannen noodzakelijk zullen zijn, en ook niet zeker is dat ze op deze plek zouden moeten komen. Vooruit lopen op deze beslissingen door het alvast kappen van deze bomen is niet juist. De reden dat de bomen alvast gekapt moeten worden omdat de bruggen in week 24 van 2003 gebruikt moeten worden voor bewonersverkeer is gezien het bovenstaande onjuist.

Ook de stelling door BAMnbm dat zij een bouwvergunning hebben dus dat de kap moet plaatsvinden omdat er gebouwd moet worden is niet juist gezien ook de voorwaarde in de bouwvergunning welke luidt:

Tenslotte wijzen we u erop dat deze vergunning aan u wordt verleend behoudens rechten van derden en dat door het verlenen van deze vergunning niet wordt vooruitgelopen op enige andere door de gemeente krachtens de wet of een gemeentelijke verordening, dan wel krachtens eigendomsrecht van de gemeente met betrekking tot de onderhavige aanvraag eventueel te nemen beslissing.

Ook de beslissing van de gemeente om bij het verlenen van de kapvergunning zich alleen te baseren op de bouwvergunning en de overige voorgenomen besluiten buiten beschouwing te laten, is in tegenspraak met bovenstaande voorwaarde en is op zich onjuist. Wettelijk gezien moeten alle bij de zaak van belang zijnde aspecten worden afgewogen voor het besluit wordt genomen.

De gemeenteraad heeft in de vergadering van 19 augustus jl nader onderzoek naar alternatieve interne ontsluitingsmogelijkheden van de wijken bevolen, in de plaats van het aansluiten van de wijken op de Middelweg, zodat het allerminst zeker is dat de bruggen er überhaupt moeten komen. Donderdag 30 oktober aanstaande is er een overleg tussen de belanghebbende buurtbewoners en bedrijven met de betrokken instanties georganiseerd door de gemeente om de mogelijkheden te bespreken. Uit dit overleg zal hopelijk een gezamenlijke visie naar voren komen waar alle partijen mee kunnen leven. Hierna moet een verkeersbesluit worden genomen en het uitwerkingsplan voor de plandelen waar de Raad van State vernietiging van een deel van het verblijfsgebied (VG) heeft uitgesproken opnieuw worden voorgelegd aan de provincie ter goedkeuring. Na het afhandelen van de eventuele bezwaren en het daarna mogelijk definitief worden van deze plannen is zeker of er bomen en zo ja welke er gekapt dienen te worden. Het vooruitlopen hierop door het alvast kappen van deze twee populieren is dan ook prematuur.

Het is dus allerminst zeker dat vaststaat dat de voorgenomen bouwwerkzaamheden doorgang zullen vinden, en dit is als voorwaarde opgenomen in de verleende kapvergunning. Uitsluitend het hebben van contractuele verplichtingen en andere daaruit volgende consequenties lijkt ons geen grond voor vooruit lopen op deze vergunning. Voor deze aangevoerde consequenties zijn eenvoudige alternatieven beschikbaar zoals bijvoorbeeld door de BAM bij een van de te bouwen bruggen op de Oeverwallaan reeds is toegepast. En bij het hebben van contractuele verplichtingen ligt de onderzoeksplicht of alle noodzakelijke vergunningen in definitieve vorm beschikbaar zijn bij de contractpartners onderling voordat ze de contracten afsluiten. Het eventuele gokken dat dit achteraf wel goed zal komen is geheel voor eigen rekening. Overigens is het in de bouwwereld wel een cultuur om op deze manier voldongen feitenpolitiek te bedrijven, waar rechters dan de belangenafweging moeten gaan doen, maar dit terzijde.

De afgegeven bouwvergunning is volgens de gemeente de basis voor de verleende kapvergunning. De bouwvergunning voor de bruggen is misschien wel onterecht afgegeven omdat hij in strijd is met het globale bestemmingsplan Ypenburg Pijnacker de Bras. Dit plan zegt namelijk dat de ontsluiting van deelplan 12, 13, 14 en 15 dient plaatst te vinden via de centrale doorgaande weg (rondweg) en niet, zoals in de bouwvergunning voor de bruggen is vermeld, door de woonstraten van deelplan 14, over de bruggen naar de Middelweg dus. Dat er geen bezwaar is ingediend tegen de bouwvergunning wil nog niet zeggen dat de vergunning terecht is afgegeven of dat de vergunning inhoudelijk klopt. Een kapvergunning waar een vermoedelijk onterechte bouwvergunning aan ten grondslag ligt moet worden ingetrokken. En als in de bouwvergunning is vermeld dat er niet vooruitgelopen mag worden op andere besluiten zoals ik zojuist heb geciteerd zal de kapvergunning moeten worden aangehouden.

Beeldbepalend zijn de populieren in tegenstelling tot wat de gemeente zegt overigens wel, omdat vanuit de Zomereik en de Oeverwallaan dit de enige twee geheel zichtbare populieren zijn. En vanuit de Middelweg gezien zouden er twee grote gaten vallen in de bomenrij waardoor het beeld behoorlijk verstoord wordt.

De vitaliteit hebben we laten beoordelen door een boomdeskundige van gemeente Den Haag en deze gaf aan dat alle bomen langs de Middelweg nog zeer vitaal zijn en na het onderhoud dat er door hen op dit moment aan gepleegd wordt, ze weer voor jaren veilig zouden zijn. Het kan dus niet zo zijn dat precies deze twee bomen een matige vitaliteit zouden hebben zoals de gemeente stelt in de kapvergunning.

Overigens denken we dat de kapvergunning niet de bomen betreft welke U aangeeft omdat er in de vergunningaanvraag gesproken wordt over bomen met een stamomtrek van 1,80 cm en de bomen die wij zien staan zijn beduidend groter want deze hebben een doorsnede van circa 60 centimeter dus een stamomtrek van circa 189 cm.

We denken dat de kapvergunning niet in stand moet blijven of moet worden aangehouden en wij wachten daarbij het oordeel van de bezwarencommissie af. Het kappen zelf moet ons inziens worden opgeschort tot definitief is vast komen te staan of de bomen in de weg staan en dat het dan deze bomen betreft.