Een gemeente heeft vanwege de vuurwerkramp in Enschede en de daarop gevolgde strengere wetgeving van VROM besloten om een nieuw bestemmingsplan  te presenteren. Dit bestemmingsplan heeft een werking die de gehele stad omvat. Het wordt gepresenteerd als “bestemmingsplan paraplu herziening detailhandel vuurwerk”

In het bestemmingsplan is geregeld dat er in zeven stadsdelen per stadsdeel bij voorkeur slechts een vuurwerkverkoop punt van 10.000kg consumenten vuurwerk mag vestigen. Een groot aantal verkooppunten (68) met maximaal 1000 kg worden er ook in toegestaan.

De kleinere (1000kg) verkooppunten zijn volgens de vuurwerkbranche nauwelijks levensvatbaar, omdat er wel dure veiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen maar er als gevolg daarvan nauwelijks iets te verdienen valt.

De grotere (10.000kg) worden de interessante locaties omdat hier wel wat te verdienen valt.

In het bestemmingsplan is echter de verdeling van deze locaties geregeld via een vrijstellingsbepaling.

Een vrijstellingsbevoegdheid leidt echter in de praktijk tot willekeur en machtsgebruik van de behandelend ambtenaar. Elke ambtenaar kan als iemands hoofd hem niet aanstaat, of als hij er zelf beter van kan worden, of als hij voor de gemeente een stuk grond kan verkopen en wat kan verdienen, of als de ambtenaar bedreigd wordt, naar willekeur een beslissing nemen. Voor de vorm doet burgemeester en wethouders dat, maar de praktijk heeft geleerd dat de ambtenaren in dit soort afwegingen de scepter zwaaien.

De ongrijpbaarheid van de criteria die door de ambtenaar gehanteerd worden veroorzaakt willekeur en onveiligheid voor de betreffende burger. De locaties kunnen beter door middel van een eindbestemming per gewenste locatie in het bestemmingsplan worden vastgelegd, zodat de burger helderheid heeft wat er kan en wat er mag op deze plek.

 

Een voorbeeld waar dit speelt is een burger die zijn inkomen haalt uit de handel in consumenten vuurwerk. Hij zat op een locatie waar de vuurwerkhandel onveilig was voor de omgeving. Hij heft onder gemeentelijke druk deze locatie op en vraagt daarom een milieuvergunning1 aan en een bouwvergunning voor een van de zeven 10.000kg locaties. Een half jaar geleden heeft hij hiervoor de milieuvergunning verkregen, maar de bouwvergunning komt niet af. De reden is dat een andere ondernemer dicht bij hem in de buurt plots een vergunning voor een 10.000kg locatie heeft gekregen, en de  aanvrager nu brodeloos wordt. De redenen waarom de een wel en de ander die hem eerder aanvroeg geen vergunning krijgt kunnen we slechts naar raden. Helder is wel dat de ambtenaren dit bepalen.

 

Een ander voorbeeld is, waar de gemeente een stuk grond in de aanbieding had, dat een beetje ongunstig was gelegen, en daardoor onverkoopbaar was. Een naastgelegen autohandel had wel interesse in de verkoop van vuurwerk als bijkomende activiteit. Een milieuvergunning2 heeft hij gekregen voor de verkoop van vuurwerk vanuit een bunker midden in zijn showroom. Het stuk grond wilde de gemeente echter wel aan hem verkopen en ze verleende hem plots een bouwvergunning om een vuurwerkopslag en verkooppunt op dit ongunstig liggende terrein te vestigen.

Op deze manier bracht het leuk wat geld in het laatje van de gemeente.

Ook hier komt het willekeurig gedrag van de ambtenaren om de hoek kijken.

 

Tijdens de procedure die het plan moet doorlopen wordt een inspraak avond gehouden. Enkele burgers waaronder mensen uit de vuurwerkbranche spreken hierop in. (inspraaktekst)

 

Tot zover dit item (wordt vervolgd als er meer bekend is van de procedure)