In onze samenleving dienen zaken ontwikkeld te worden zoals huizenbouw, welzijnsvoorzieningen, bedrijventerrein, etc, en er dienen waarden beschermd te worden zoals natuurgebieden, zorg, en veiligheid etc.

Eens in de vier jaar kiezen we daarvoor een volksvertegenwoordiging (raad) en daaruit voort komen bestuurders (wethouders). Deze dienen in zeer korte termijn alle materie tot zich te nemen die leidt tot het nemen van goede beslissingen. Je kunt ze niet kwalijk nemen dat ze dan niet alles uitputtend kunnen bestuderen maar er moet wel een beslissing genomen worden.

Burgers uit een betreffend gebied waar veranderingen optreden zijn vaak veel dieper ingewerkt in de materie en hebben daar vaak een heldere visie over.

In onze samenleving is daarvoor ook naast het bovenomschreven bestuur dat beslissingen neemt een tweede weg ingebouwd ter controle van de goede gang van zaken.

Deze weg kan door de samenleving gebruikt worden voor een “second opinion” ingeval beslissingen als niet geheel juist worden ervaren. Zowel de burger als de bestuurders zelf kunnen hiervoor kiezen. Er geldt wel dat ze uitsluitend een second opinion kunnen krijgen als ze als belanghebbend kunnen worden aangemerkt. In alle andere gevallen worden ze niet ontvankelijk verklaard. (Dit is overigens jammer want er wordt een democratische kans gemist als er kennis zit bij mensen die om deze reden geen second opinion kunnen vragen maar goed).

De eerste plek waar een second opinion gevraagd kan worden is door het indienen van een bezwaarschrift dat wordt behandeld door de “advies commissie voor bezwaren en beroep”.

Bij deze commissie kunnen de burger en de door de overheid aangestelde goed op het probleem ingewerkte ambtenaar hun visie geven op de beslissing.

De bezwarencommissie is samengesteld uit goed willende mensen meestal (voormalig) raadsleden, maar kan niet altijd volledig onafhankelijk adviezen geven, deels omdat de leden aangesteld zijn door een belanghebbende partij in dit geval de gemeenteraad (en bij sterk afwijkende beslissingen ontheven worden van deze functie) en deels omdat het functioneren van de commissie afhankelijk is van de inbreng van ambtenaren. De ambtenaren die belast zijn met de verslaglegging en het uitvoerende werk van de commissie zijn meestal wel redelijk onafhankelijk en van goede wil, maar de ambtenaren die de visie van de gemeente moeten vertegenwoordigen (verwerende dienst) kunnen enorme vertragingen creëren. De Algemene wet bestuursrecht zegt dat een advies binnen 14 weken moet worden gegeven, met een uitstel van maximaal vier weken. Het is echter een algemeen toegepaste truck om deze termijnen te overschrijden (1,2,3). De wet legt evenwel geen sanctie op als er toch wordt overschreden. Dus wordt er door bestuursorganen veel gebruik van deze truck gemaakt.

 

Bij veel zaken waar de burger een snel antwoord nodig heeft op zijn bezwaar is het belang van het bestuursorgaan (gemeente) tegengesteld. Op deze manier kunnen er voldongen feiten worden gecreëerd waar de rechter belangenafweging moet gaan toepassen in plaats van de wet te laten prevaleren. Bij bijvoorbeeld verleende bouwvergunningen en bestemmingsplan procedures is er in het belang van de gemeenten dat er alvast gebouwd is, om ingeval een bezwaar uiteindelijk bij de rechter terecht komt, te kunnen aantonen dat de belangen van de gemeente en bouwers groter zijn dan de belangen van de betrokken burger.

Ook wordt de vertraging gebruikt om door tijdsverloop de relevantie van een probleem te bagatelliseren. Bij tijdelijke vergunningen of als een ondernemer al failliet is gegaan door de traagheid van de gang van zaken bij de commissie.

Niet ieder commissielid of burger accepteert deze gang van zaken. Zie krantenartikelen 1, 2, 3 en 4

Het advies dat de commissie uiteindelijk geeft kan het bestuursorgaan ook nog negeren. Het is slechts een advies en hoeft niet gevolgd te worden.

Bij veel gemeenten en andere bestuursorganen is het gebruikelijk dat er door het college een geheim advies (op gekleurd papier) wordt gegeven aan de commissie waar de verwachtingen van het college ten aanzien van de eindconclusie instaan. Je moet als voorzitter of lid van zo’n commissie sterk in je schoenen staan wil je nog objectief willen oordelen.

De burger kan daarna een “third opinion” vragen aan de rechter. Deze heeft het vaandel van de onafhankelijkheid als uitgangspunt.

Hiernaast kun je ook een politiek partij of lid daarvan vragen de zaak voor je aan de orde te stellen in een raadsvergadering. Heb hier echter niet te hoge verwachtingen van. De macht van een raadslid is zeer beperkt. Als je bijvoorbeeld een raadslid om opheldering vraagt over de vertragingen die veroorzaakt worden door de handelswijze van de bezwaarcommissies en hierop actie onderneemt, onttrekt het college van bestuurders zich op een doorzichtige manier aan de behandeling ervan.

En tenslotte kan de Raad van State de “end opinion” geven.

Een voorbeeld waar overschrijdingen van de termijnen tot een enorme hoeveelheid problemen, rechtszaken en schadeclaims geleid hebben. De gegevens komen van www.kindercentra.nl